Werk het onderwerp uit
Voor wie schrijf je het gedicht? Begin met het kiezen van de onderwerpen die je terug wilt laten komen in het gedicht en schrijf trefwoorden op. Denk aan hobby's, het cadeau dat je geeft en leuke anekdotes. Aan de hand van deze woorden bepaal je wat er terugkomt in jouw gedicht.
Zorg voor balans
Een Sinterklaasgedicht mag best een beetje uitdagend zijn. Wissel lieve woorden af met iets grappigs of gênants dat de persoon in kwestie is overkomen, of een merkwaardige eigenschap die de ontvanger heeft. Zo maak je het gedicht een beetje ondeugend en wordt het geheel niet te zoet.
Maak bouwstenen
Schrijf per onderwerp kleine gedichtjes van ongeveer vier regels. Dit zijn de bouwstenen waarmee je het uiteindelijke gedicht maakt. In de volgende stap schuif je deze alinea's in elkaar. Het is hierbij belangrijk dat de onderwerpen elkaar logisch afwisselen. Zorg voor een climax op het einde, bijvoorbeeld een grapje of een compliment.
Gebruik hulpmiddelen
Schuw hulpmiddelen niet bij het schrijven van je gedicht! Een rijmschema helpt je om een mooi ritme in je gedicht te krijgen. De meeste Sinterklaasgedichten worden in AABB geschreven waarbij de eerste twee regels op elkaar rijmen, evenals de derde en de vierde. Moeite met rijmen? Online is een divers aanbod aan rijmwoordenboeken te vinden, deze helpen je als je er even niet uitkomt.
Loop je gedicht na
Klaar met schijven? Dan is het nu tijd om je gedicht hardop voor te lezen. Als je merkt dat het nog niet helemaal lekker loopt, is dit je kans om er nog wat aan te sleutelen. Zo weet je zeker dat je er ontspannen bij zit op pakjesavond.